Dieren,
08
oktober
2019
|
15:00
Europe/Amsterdam

‘Als je topsporter bent geweest, is de bewijsdrang helemaal weg’

Elke dag staat ‘ie voor je klaar. En samen maak je heel wat mee. Gewone Nederlanders vertellen over de bijzondere avonturen die zij meemaken met hun tweewieler. Dit keer: journalist John den Braber (48).

‘Op m’n 16e vroeg een maat van me of ik mee wilde wielrennen. Dat was Michael Zijlaard, de man van Leontien van Moorsel. Ik dacht: waarom niet? Nog geen week later reed ik mijn eerste wedstrijdje. In het begin was ik helemaal niet goed. Ik kan niet sturen, had de snelheid van een grote groep niet in m’n benen, werd er snel afgereden. Maar dat motiveerde mij alleen maar om harder te trainen en het in de vingers te krijgen. Tijdens het fietsen maak je endorfine aan, waardoor je je na een inspanning heel voldaan voelt. Dat zorgde er in combinatie met de progressie in mijn kwaliteiten voor dat ik alleen maar meer, meer, meer wilde. Op vrij jonge leeftijd ging ik landelijk wedstrijden rijden, daarna werd ik amateur en vervolgens beroepsrenner. M’n paradepaardjes zijn dat ik twee keer heb meegedaan aan de Olympische Spelen en Nederlands kampioen op de weg ben geweest. In 2002 stopte ik en daarna heb ik heel lang niks aan fietsen gedaan. Ik ging de popjournalistiek in, kreeg een ander leven, kwam veel kilo’s aan. Pas in 2012 heb ik het fietsen weer opgepakt, puur voor mijn eigen plezier. Natuurlijk vind ik het leuk om af en toe een wedstrijdje te rijden, en dan wil ik heus wel winnen, maar het is niet dat ik daar extra moeite voor doe of risico’s neem. Als ik tegenwoordig ga fietsen, dan is het echt voor de ontspanning. Een sociaal dingetje, met vrienden bijkletsen, in een normaal tempo naast elkaar. Als je topsporter bent geweest, dan is de bewijsdrang blijkbaar helemaal weg.’

Reacties (0)
Het bericht is verzonden, deze zal worden geplaatst na goedkeuring.