Wordt gebruik van de woon-werkfiets aantrekkelijker gemaakt?
De ‘fiets van de zaak’ heeft het volgens onderzoek* flink te verduren gekregen onder de invoering van de werkkostenregeling (WKR). Tegelijkertijd wordt de fiets wel als belangrijk ervaren. Nu staatssecretaris Snel pasgeleden een goede leaseregeling voor de fiets heeft toegezegd, gaan er in Den Haag geluiden op om meteen werk te maken van een bijzondere positie voor de woon-werkfiets in de WKR. In dat geval wordt het fiscaal beleid nog een stuk fietsvriendelijker.
De mooie tijden van het oude fietsenplan liggen al een paar jaar achter ons. Tegenwoordig is er de WKR waaronder de bedrijfsfiets valt. Volgens die regel mag de werkgever maximaal 1,2 procent van de fiscale loonsom besteden aan onbelaste vergoedingen. Dit is de vrije ruimte. Geld kan besteed worden aan bijvoorbeeld een fiets (speedbike) voor het woon-werkverkeer. Over het bedrag boven de 1,2 procent moetloonbelasting worden betaald (eindheffing van 80 procent).Dat maakt het minder aantrekkelijk om een goede fiets of elektrische fiets met een hoger prijskaartje aan te schaffen.
Kleine bedrijven blijken volgens de evaluatie van de WKR veel te hebben afgeschaft wat eerder onbelast was. Bij de inperkingen wordt het afschaffen of inperken van fietsregelingen vaak genoemd. Dit terwijl meer bewegen en vitaliteit juist hete hangijzers zijn, ook bij de overheid. Werkgevers komen met suggesties voor aanpassingen in de WKR, zoals een aparte regeling voor woon-werkfietsen of een gerichte vrijstelling voor een fietsplan. De staatssecretaris heeft nu aangegeven met het bedrijfsleven in overleg te treden en na te gaan voor welke aanpassingen in de WKR men is te porren.
* Evaluatie werking Werkkostenregeling