Dieren,
22
november
2016
|
08:51
Europe/Amsterdam

NK Tegenwindfietsen maakt nieuwe helden

In de koffiecorner van Deltapark Neeltje Jans komen deelnemers aan het NK Tegenwindfietsen samen. Er heerst een gezonde spanning, er wordt gelachen. Het valt stil als we een vraag opwerpen: past het kampioenschap in het rijtje van nieuwjaarsduiken of is dit serious business? Aan een tafel verderop reageert een getrainde fietser. “Nu nog kennen we de naam van Lance Armstrong. Over tien jaar lult niemand meer over hem, maar hebben ze het alleen nog maar over de winnaar van het NK Tegenwindfietsen.”

Het evenement, een tijdrit met stevige wind op kop, is toe aan de vierde editie. Afgelopen donderdag gaven de weermannen groen licht met de uitroep ‘We kriehen sturm!’. Voor het kampioenschap op versnellingloze stadsfietsen van Gazelle is minimaal windkracht zeven nodig, en die wordt vandaag met gemak gehaald. Van Genderen kijkt op zijn smartphone en checkt het nieuwsbulletin. Volgens de nieuwsapp raast er een zuidwester over Zeeland, met windstoten van soms 110 kilometer per uur. “Mooier weer kun je niet treffen.”

Zoon Max staat vanmiddag aan de startlijn. Volgens zijn vader staat hij ‘stijf als een plank van alle zenuwen’. Max zelf, die als inwoner van Zierikzee regelmatig over de kering fietst, is er naar de mededeelnemers toe rustig onder en spreekt van een ‘eenvoudige opdracht’. “Je moet jezelf zo klein mogelijk maken. Verder komt het aan op pure kracht en stoempen. Je moet gewoon niet te veel nadenken, anders wordt het mentaal te zwaar.”

Matthijsse, vorig jaar nog de snelste dame van het pak fietsers, gebruikt haar eigen woorden: “Gewoon gas erop, meer is het niet. Hopelijk is het genoeg om m’n trui succesvol te kunnen verdedigen.” Van Hees uit Oud-Vossemeer weet als Zeeuw wat het is om tegen de wind in te beuken. “Ik ga elke dag op de fiets naar het werk. Acht kilometer heen, acht kilometer terug. Er is altijd wind, ook al lijkt het windstil. Toeristen noemen wind hier ‘the Dutch mountain’. Ik hoop vandaag te profiteren van de kracht die ik doordeweeks opdoe.”

Geen weg meer terug
Zo spraakzaam als de deelnemers in de koffiehoek zijn, zo stil is het in bus op weg naar de start. Op de radio wordt gesproken over de eerste echte najaarsstorm. Op de weg naast de busroute zien we fietsers die eerder zijn gestart. Ze zijn in gevecht met de wind en vooral met zichzelf. Ook al is het NK Tegenwindfietsen een tijdrit, drie fietsers hebben een groepje gevormd. Eentje probeert zich slim achter de andere twee te verstoppen. Ze krijgt de rekening gepresenteerd wanneer ze haast omver wordt gereden als de andere twee door een windstoot worden gegrepen.

Eenmaal op het startpodium moeten we er zelf aan geloven. Er is geen weg meer terug. Een jurylid zorgt dat er precies elke veertig seconden een fietser vertrekt. Hij heeft zich achter een wand geposteerd, naar eigen zeggen ‘lekker uit de wind’. “De wind leek net even wat te zijn afgezwakt, maar hij is weer helemaal terug. Hij komt nu schuin van voren, lijkt het.” Hij telt van tien naar nul en wenst ons alle succes toe.

Al in de eerste honderd blijkt wat voor hachelijke onderneming het NK Tegenwindfietsen is. De wind raast ineens van opzij. Zand stuift met een noodgang in het gezicht. Alsof de regendruppels en wind nog niet genoeg zijn, word je hier ook gezandstraald. Waarom doe we dit eigenlijk?

Op de kering probeer je slim van pijler naar pijler te fietsen, in de hoop achter de betonnen kolossen een beetje in de luwte te kunnen fietsen. Het werkt, maar fijn is het allerminst. Telkens als je weer open stukken hebt, opent de wind een woeste aanval. Zozeer dat je bijna tegen de betonnen rand aan de linkerkant van de weg wordt gedrukt. In de verte is te zien hoe twee andere deelnemers dezelfde worsteling ondergaan en tot stoppen worden gedwongen. Bij één van de twee valt de stadsfiets zonder versnellingen zelfs tegen de grond.De wind toont zijn spierballen als nooit tevoren. Volgens twee deelnemers die ook de eerste drie edities hebben meegemaakt en die we eerder op de dag spraken, zijn de omstandigheden nog nooit zo extreem geweest. De organisatie dacht er naar verluidt zelfs even over na om de tijdrit van 8,5 kilometer in te korten, maar draaide, in tegenstelling tot de wind, snel bij. Ook al worden er vandaag geen baanrecords gebroken, een kortere route zou volgens protesterende deelnemers afbreuk doen aan de prestatie.

Wat verderop wordt ons opnieuw duidelijk wat voor grillig spel de wind speelt. Een gigantische windstoot houdt een paar tellen aan en dwingt je vol tegen te sturen. En dan, ineens, is ze weg. De streek is er zo een als de scholier die de stoel achter z’n klasgenoot wegtrekt op het moment dat hij even is gaan staan. We schieten ver door als de wind tijdelijk is verdwenen, veel verder dan we zouden willen. Het gevolg: we rijden een talud af. Mensen langs de kant die niet beter weten, denken dat we rechtstreeks uit de kroeg zijn komen rollen.

En dan, na 8,5 kilometer is er de voldoening: we bollen over de finishlijn. Na een bekertje kwark en een flesje water naar binnen gewerkt te hebben, zijn er in het retourbusje meteen weer praatjes onder de deelnemers. De naam van Lance Armstrong, nee, die valt niet. Er wordt gebeld met het thuisfront. “We zijn binnen, hoor. Stevig briesje, maar ach, daar kwamen we toch ook voor?”, zegt een finisher stoer. Vandaag zijn er nieuwe helden gemaakt.

Reacties (0)
Het bericht is verzonden, deze zal worden geplaatst na goedkeuring.